Wat is acupunctuur?

Acupunctuur maakt deel uit van de Traditionele Chinese Geneeskunst (TCG). De Traditionele Chinese Geneeskunst is een eeuwenoude methode. Eén van de belangrijkste standaardwerken over de Traditionele Chinese Geneeskunst, de Nei Ching, is al meer dan 2000 jaar oud. De acupunctuurwetten die in de Nei Ching beschreven staan, worden vandaag de dag nog steeds gebruikt.

Theorie
De Traditionele Chinese Geneeskunst is sterk gericht op preventie, op het bewaren van balans. In het oude China ontving een arts honorarium zolang zijn patiënten gezond bleven. De arts moest bovendien een lampion buiten hangen voor iedere patiënt die ziek geworden was. Aan de hoeveelheid lampionnen die buiten hingen, kon men dus aflezen hoe bekwaam een arts was.

De Traditionele Chinese Geneeskunst benadert de mens als geheel.

Een klacht of ziekte staat zelden op zichzelf, maar wordt verklaard door de mens in zijn totaliteit te analyseren. Dit in tegenstelling tot de Westerse geneeskunde.

Ziekte wordt in de TCG beschouwd als een verstoring in de energiebalans van het lichaam. De energie kan niet meer goed door het lichaam stromen. Er is een teveel aan een bepaalde soort energie, te weinig, of de kwaliteit van de energie is slecht.

De energie in ons lichaam stroomt door een stelsel van energiebanen, meridianen genoemd. De twaalf hoofdmeridianen in ons lichaam zijn genoemd naar het orgaan waar ze mee in verbinding staan, bijvoorbeeld de levermeridiaan of de maagmeridiaan.

De acupunctuurpunten liggen op of nabij de meridianen, vlak onder de huid. Ze zijn enkele millimeters in doorsnee. In totaal zijn er 365 basis-acupunctuurpunten en 550 extra acupunctuurpunten. Via die punten kan de acupuncturist de doorstroom van energie in het lichaam herstellen.